donderdag 8 oktober 2015

110. De wereld is vol vreemde vreemdelingen


De wereld is er vol van. Je hoeft maar even over de grens te kijken en je ziet er weer een... zo'n vreemdeling! Het is een raar soort mens. Heel anders dan wijzelf en de onzen. Dat is wel een beetje eng. Want vaak praten ze anders ("Kijk, die ene daar zegt vast iets over mij"), sommigen hebben ook andere kleren aan ("Wat zou er eigenlijk onder zitten?") en er zijn er zelfs met een andere kleur ("Hier klopt iets niet. Dit is niet gewoon van het strand"). Ze moeten dus vooral niet te dicht in de buurt komen. Trouwens, daar zijn onze grenzen natuurlijk ook voor. Want voor je het weet, trekken ze massaal hierheen. Regelrecht ons aardse paradijs binnen. Dat doen ze namelijk gewoon, als ze de kans krijgen. Ja, het is en blijft vreemd volk. Tamelijk primitief. Zeg nou zelf... Wij gaan toch ook niet zo maar met z'n allen de grens over? Nou ja, alleen voor vakantie, voor zaken en stages in het buitenland, om te vertrekken en elders ons geluk te zoeken of heel misschien om te vluchten, mocht dat ooit nodig zijn. Maar dat zijn echt uitzonderingen. Wij kennen nu eenmaal onze grenzen. En die overschrijden, zoiets onbeschaafds doen dus alleen  vreemdelingen. Ik kan het weten, want mijn digitale platenkast zit er ook al boordevol mee. Ik kon ze gewoon niet tegenhouden. Ze zingen nog ook. Vaak over zichzelf, maar ook wel over andere vreemdelingen:

Sandy Denny zingt over een vreemdeling die in de spiegel kijkt: Stranger to himself. Net als Traffic dat ooit deed: Stranger to himself. Hop Wilson vindt zichzelf wel iets van een vreemdeling hebben (I'm a stranger), maar Ryan Adams twijfelt nog: If I am a stranger. Bill Callahan is vreemdeling af (I was a stranger) en Jeffrey Lee Pierce was het tijdens leven en welzijn diep van binnen: Stranger in my heart.

Over romantisch rondtrekkende vreemdelingen raken ze in mijn platenkast maar niet uitgezongen. Martin Simpson doet het (Wayfaring stranger) en David Edwards doet het (Wayfaring stranger). Johnny Cash doet het (Wayfaring stranger) en Emmylou Harris doet het (Wayfaring stranger). Veerle Baetens doet het (Wayfaring stranger) en Neko Case doet het (Wayfaring stranger). En ook Eva Cassidy (Wayfaring stranger) en Neil Young (Wayfaring stranger) doen het. Tsja, dan kan Tim Buckley natuurlijk niet achterblijven: Wayfaring stranger.

Anders dan veel anderen heet Emmylou Harris de vreemdeling wel hartelijk welkom (Hello stranger) en Leonard Cohen heeft er een fijn liedje over gemaakt: Stranger song. John Martyn zag er een glimlachen (Smiling stranger), maar Eric Clapton (Lonely stranger) en Elmore James (Stranger blues) werden er maar somber van. Gillian Welch zag pas nog een heleboel echte vreemdelingen voorbijkomen: Rank strangers.

Portishead weet het zeker, dit zijn typisch Strangers. The Gun Club heeft er ook een gezien (Stranger in our town) en Kevin Ayers was er beste maatjes mee: Friends and strangers. Michael Chapman heeft gewoon een vreemdeling binnengelaten, keigezellig, (Stranger in the room) en Curtis Counce kwam er hierboven eentje tegen: Stranger in Paradise

Nick Cave ziet ook de positieve kanten van de vreemdeling (The kindness of strangers) en Jim White heeft iets lekkers van een vreemdeling gekregen: Stranger candy. J.J. Cale vindt een waarschuwend woord op zijn plaats (Don't go to strangers), maar Tom Waits laat het verder koud: I never talk to strangers. Voor Carl Perkins zijn het net gewone mensen... Ze deugen of ze deugen niet:  Sweethearts or strangers. En van Steely Dan moeten ze wel eerst even tekenen: Sign in stranger.

Maar het vreemdst van alle vreemdelingen zijn natuurlijk vreemdelingen
 in het donker. Frank Sinatra zingt er heel invoelbaar over:

Kun je dit filmpje niet direct openen? Klik dan hier.

zaterdag 28 februari 2015

109. Het is Landelijke Luizendag. Een vernietigende dag

Je zou bijna denken... het is weer volop verkiezingstijd voor de Provinciale Staten en de Waterschappen, dus iets nóg veel belangrijkers is er niet. Maar sorry, dat is misgedacht. Want eerst hebben we woensdag 4 maart nog: Landelijke Luizendag 2015. En dat is een van de absolute nationale topdagen van het jaar. Het zit zo. De luis is maar een heel klein, knus beestje met mooie, doorzichtige voelsprietjes, een lief snuitje en een warm, zacht velletje. Een aanhankelijk diertje, dat zich enorm bij ons thuisvoelt. Je ziet dit lieve wezentje nauwelijks en je hebt er eigenlijk helemaal geen omkijken naar, tot het honger begint te krijgen. Dan gaat het heel zacht en voorzichtig een beetje in je bijten en aan je knabbelen. Gewoon bescheiden, kleine hapjes. Dat is in feite goedbedoeld, maar ook wel jammer... want de jeuk die deze kleine rekel met zijn hapjes teweegbrengt kan behoorlijk zijn. En voor je het weet nemen dit lieve luisje en zijn o zo schattige collegaatjes overal subtiele knabbeltjes, leggen ze er als dank een hoopje piepkleine eitjes bij (zó klein, dat je ze niet eens kunt bakken) en jeukt het bij iedereen. En dat vinden wij mensen en andere zoogdieren opeens niet meer zo fijn. Dan zijn de rapen gaar en de poppen aan het dansen. Terroritische jeukaanslagen zijn het! Onmiddellijk uitroeien dat kruipende tuig! De vernietigingskam erdoor! Killing poeder erop! Dodelijke sjampoo erover! En om dat helemaal eensgezind met vereende krachten en samen met ons allen effectief én efficiënt aan te pakken is het woensdag 4 maart dus Landelijke Luizendag 2015.

Heel eerlijk gezegd heb ik daar als pur sang veganist met diep respect voor alles wat leeft, groeit en bloeit best wel grote moeite mee. Aggut, zo'n arm, onschuldig hoofd-, kleding-, schaam- of pelsluisje heeft toch ook een liefhebbende vader en een moeder? Hoe zou hier in mijn empathische digitale platenkast eigenlijk over gedacht worden? Wat voelt de musicerende medemens voor hulpeloze beestjes en al die andere weerloze, kleine schepseltjes? Dat pakt gelukkig hartverwarmend uit. Samen zouden ze de Partij voor de Dieren waarschijnlijk wel aan een fijn extra zeteltje kunnen helpen.

Jonathan Richman houdt van alle dieren, groot (dinosaurussen) en klein: Hey there little insect. Willy Mason voelt een grote verwantschap met de vlieg (Still a fly), net als Tim Buckley, die er zachtjes bij zoemt: Buzzin' fly. Paul Weller geniet oprecht van iets moois op de muur (Fly on the wall) en voor The Cramps zijn mensen en vliegen gewoon één pot nat: Human fly. Tom Waits is dol op die vertederende Army ants, terwijl The Masters of Reality een sympathieke ode aan hun Ants in the kitchen brengen. En hoe meer het krioelt, hoe fijner James Brown zich voelt: I got ants in my pants.

Een speciaal plaatsje in het hart van menig muzikant is ingeruimd voor de botervlieg. Corinne Bailey Ray (Butterfly) en de Screaming Trees (Buttterfly) kraaien het uit van geluk, als ze er eentje ontwaren. Henry Purcell (Butterfly dance) en Kevin Ayers (Butterfly dance) gaan spontaan uit hun dak en voor Hope Sandoval mag elke ochtend een botervlieg ochtend zijn: Butterfly mornings. Coleman Hawkins (Poor Butterfly), Sonny Rollins (Poor butterfly) en Don Wilkerson (Poor butterfly) laten ieder op hun eigen manier horen hoe vreselijk het is om een botervlieg te zien sterven.

Het Penguin Cafe Orchestra vindt niets ontroerender dan een dansende vlo (The ecstacy of dancing fleas), maar er gaat maar weinig boven de ongekende populariteit van de spin. Link Wray voelt zich 100% verwant met dit aaibare diertje (Spider man) en de heren van Hellwood gaan er gezellig mee onder de veren: Spider in the bed. Voor Muddy Waters is er geen spinnetje slimmer dan de rode variant: Mean red spider. Eric Clapton en Andy Fearweather Low vinden dat er maar slap geoudehoerd wordt over zo'n vertederend beestje (Spider jiving) en The Handsome Family heeft er een fijn liedje over gemaakt: Spider.

The Drive By Truckers kijken niet op een spinnetje meer of minder.
Ze hebben er een hele doos vol van.
Kun je dit filmpje niet meteen openen? Klik dan hier